
Beste schrijfvriend,
komt het door het jaargetijde of door mijn leeftijd of……, maar ik vind mezelf steeds weer in mijn tuin, de Fruintuin, op het overdekte terras in mijn luie stoel, met poes Doortje op schoot.
En ik mijmer. Misschien is het meer filosoferen of overdenken…
Maar het is nooit prakkiseren of fantaseren, geen luchtfietserij. Nee, het voelt goed. Het is niet zwaar, niet zwaarmoedig of neerslachtig. Ook niet berustend.
Is dit nou ZEN?
Volgens mij niet, want ik kan bepaalde gedachten niet uitbannen. Ik mijmer over mijn kleinkinderen, die ik nooit kan/mag zien. Ik lees op Facebook leuke verhalen over opa’s die met hun kleinkinderen gaan wandelen of pannenkoeken eten. Een bevriende regisseur maakt daar zulke leuke verslagjes van. Ook al heb ik het op mijn manier druk, daar zou ik graag tijd voor vrij maken, met plezier en liefde.
Het vreemde is, dat mijn gemijmer me ook los maakt van het gemis daarover. Ik ervaar het nu nog wel als een groot gemis, maar ben er niet meer boos over. Ik accepteer het, niet gelaten, maar als feit. En als het ooit anders wordt, fijn, maar het is zoals het is.
Vorig jaar maart/april was ik met mijn ex-man vier weken op een prachtig eiland in de Golf van Thailand. Gewoon vier luie weken: zon en zee en lekker eten… Daar werd ik op een gegeven moment drijvend in de zee overweldigd door het één zijn met alles! Dat gaf me zo’n gelukzalig, rustgevend gevoel, wat een ervaring! Zoiets had ik nog nooit ervaren. Ken jij dat?
En de klote weken, nee zeg gerust maanden daarna, kon ik uiteindelijk door die ervaring in die Thaise zee veel beter verwerken en ‘een plekje geven’, het geluk lacht me gewoon weer toe 😀
Ik mijmer dus behoorlijk wat af, het geef me gemoedsrust en volgens mij maakt het mij, te superactief baasje, een beetje wijzer. En zorg ik daardoor ook beter voor mezelf. Zou het dat zijn, lieve Jan-Simon?
Ben benieuwd hoe jij hierover denkt.
Tot schrijfs en een zoen,
je verre vriend René
*
Lieve verre vriend Renë,
Mijmeren, wat een prachtig woord. Ik ging meteen bij mijzelf te rade. Kan ik dat: mijmeren? Vroeger wel, maar nu betrap ik mijzelf op het feit dat ik eerder zit te fantaseren of te piekeren. De afgelopen weken heb ik elke dag een uurtje in de tuin gewerkt en dan ben ik zo geconcentreerd bezig dat ik mijn gedachten bij het werk houd. Maar zodra ik ga zitten en rondkijk komen de dwingende gedachten. Die van: die boom moet gesnoeid, die bladeren moeten weg gehaald. Werk dus. Ik zie altijd maar werk. Ik hoop dan op het moment dat de tuin lente/zomer klaar is en ik met mijn koffie lekker aan de tuintafel kan gaan zitten mijmeren! Tja een mooi woord. Net als: kuieren. Vind ik ook zo’n mooi woord.
Kuieren, luieren…ik doe dat niet vaak. Ik ben bijna altijd doelgericht onderweg. En als ik in een stoel zit, zorg ik er voor dat mijn handen iets te doen hebben. De laatste tijd zit ik vaak kaarten te borduren. Borduren is wel iets waar je gedachten bij kunt hebben, maar dat zou ik toch geen mijmeren noemen. Ik laat mijn gedachten gaan en verzin zinnen en woorden die rijmen. Als ik borduur (mediteren met je handen!), is mijn Muze nooit ver weg.
Soms dwing mijn Muze mij om een pen te pakken en het één en ander op te schrijven. En zo ontstaan er gedichten. Het gebeurt niet altijd hoor. Maar als het me overkomt word ik er blij van. Er komen dan twee dingen uit ‘mijn handen’: Een kaart en een gedicht.
Een tijdje geleden heb ik, met de hand, een gilet geborduurd. Blauwe bloemen op een ondergrond van jeansstof. Een enorm karwei. Het heeft me zeker honderdvijftig uur gekost. Kun je nagaan hoeveel dichtregels er door mijn hoofd zijn gegaan tijdens die klus.
Voor mij is dit een goede manier om een beetje tot rust te komen. Ik heb dingen geprobeerd als yoga en mediteren maar als ik eenmaal stil was, begon mijn hoofd boodschappenlijstjes te maken.
In mijn dromen beleef ik vaak allerlei avonturen die te maken hebben met mijn dag, met wat ik heb meegemaakt. Als ik wakker word weet ik meestal alles nog en dan probeer ik achter de betekenis te komen. Dat doe ik bijna elke morgen. Het is geen mijmeren. Ook geen dromerij. Meer een soort van resetten.
Wat zijn we verschillend lieve vriend. Dank voor je brief en tot de volgende keer.
Warme groet, Jan-Simon.
*

Jan-Simon Minkema en René Roza
Samen hebben zij op de vijftiende van de maand hun eigen item. Zij ZIEN namelijk van alles, maar hebben allebei hun eigen blik op de wereld. De briefwisseling die hieruit voorkomt is elke maand te lezen hier bij ZIEN. Ze zijn dan wel beide 70+, maar nog lang niet uitgeschreven.

Reactie plaatsen
Reacties